EPC Plaatsbezoek
Hieronder volgt wat uitleg over het plaatsbezoek door een energiedeskundige, dat wettelijk verplicht is voor het opstellen van een EPC.
De energiedeskundige zal de elementen van de gebouwschil, zoals de isolatiegraad van het dak, de muren, de vloer en de ramen bekijken. Maar ook de technische installaties, zoals de manier waarop u uw woning en uw sanitair water verwarmt, wordt onder de loep genomen.
Om de isolatiedikte van bijvoorbeeld uw dakisolatie te bepalen, moet de energiedeskundige bewijzen hebben. Dat kan een vaststelling ter plaatse zijn. Of dat kan een factuur zijn waar de details over de gebruikte materialen opstaan, of de isolatie moet nog zichtbaar zijn.
Indien er geen bewijsbare informatie is, zal dat ALTIJD een negatieve invloed hebben op uw EPC.
Het is voor u daarom heel belangrijk om het plaatsbezoek zelf ook goed voor te bereiden.
Wat kan u zelf voorbereiden?
Verzamelen bewijsstukken
Hebt u facturen van uitgevoerde isolatiewerken, nieuwe beglazing of ketel? Stel die dan zeker ter beschikking van de energiedeskundige. Als deze documenten voldoen aan bepaalde voorwaarden worden ze gebruikt bij de berekening van de energiescore.
Voorbeelden van bewijsstukken zijn: door de architect ondertekende plannen voor de stedenbouwkundige of omgevingsvergunning, facturen, ondertekende lastenboeken of lastenboeken vergezeld van de aannemingsovereenkomst, foto’s, technische fiches vergezeld van facturen, woningpas, uittreksel kadastrale legger…
Het is belangrijk te weten dat niet alle bewijsstukken door de energiedeskundige mogen aanvaard worden. Alle mogelijk aanvaarde bewijsstukken zijn opgenomen in de aanstiplijst voor ontvangen documenten bij de opmaak van een EPC.
Het referentiejaar bouw – wat is het?
Voor het berekenen van een energiescore is het belangrijk om te weten wanneer de originele plannen van de bouw werden ingediend bij de gemeente. De afgelopen 5 decennia zijn de isolatienormen immers alsmaar verstrengd. Door het referentiejaar bouw is er duidelijkheid over de op dat moment geldende normen (= jaar van de bouwaanvraag); daar wordt dus mee rekening gehouden bij het berekenen van de energiescore wanneer er geen bewijsstukken voorhanden zijn.
Een voorbeeld: voor het bepalen van het “bouwjaar” van het pand wordt, afhankelijk van de bron (factuur ruwbouw, kadastrale legger, woningpas,…), nog 1 of 2 jaar teruggerekend om het “referentiejaar bouw” te bepalen. Het jaar van de bouwaanvraag, afgestempeld door de gemeente, is het referentiejaar bouw. Een factuur tijdens de uitvoering van de werken: factuurdatum – 1 jaar; een factuur van na de uitvoering van de werken of bouwjaar op woningpas: factuurdatum – 2 jaar.
Destructief onderzoek
De energiedeskundige zal zelf geen destructief onderzoek uitvoeren. Hij zal dus zelf niet boren in uw muur om te achterhalen of en welke isolatie er geplaatst werd. Als er weinig bewijsstukken voorhanden zijn, is de energiedeskundige aangewezen op visuele vaststellingen om de eigenschappen van het gebouw(deel) te bepalen.
Als het gebouw of de gebouweenheid volledig afgewerkt is, is de isolatie echter vaak niet meer zichtbaar. Vooral als er een vermoeden is dat er isolatie aanwezig is, maar dit niet kan aangetoond worden met bewijsstukken, is verder (destructief) onderzoek door de eigenaar aangewezen (maar niet verplicht).
Als u bijvoorbeeld een inbouwspotje in het vals plafond uitneemt, een muurrooster losschroeft of een gaatje boort in een gevelvoeg, kan de energiedeskundige achteraf de aanwezigheid, het type en eventueel de dikte van de isolatie vaststellen
Opmerking: voor het achterhalen van de gegevens warmteopwekker, dient mogelijk de behuizing van de ketel (gedeeltelijk) te worden afgenomen. Indien dit enkel kan mits het losschroeven van de behuizing, dient dit te gebeuren door de eigenaar of zijn vertegenwoordiger. Wees in elk geval op de hoogte van hoe deze behuizing dient te worden verwijderd.
Toegang tot alle ruimten
De energiedeskundige moet toegang hebben tot de ruimten van het gebouw of de gebouweenheid waarvoor een EPC opgesteld wordt.
Dit is onder andere nodig om het beschermde volume te bepalen, op te meten, de verwarmingselementen te inspecteren, de samenstelling van de ramen, muren, vloeren en daken te bepalen, de verwarmde, verlichte, geventileerde en gekoelde volumes te bepalen.
Ook de aanwezige technische installaties, zoals bijvoorbeeld de verwarmingsketel of ventilatie-unit moeten goed bereikbaar zijn voor de energiedeskundige, evenals de ruimten waar de toestellen opgesteld zijn die warm water aanmaken.
Zijn er collectieve installaties aanwezig, dan moet de toegang tot de stookruimte geregeld worden voor de energiedeskundige (tenzij er reeds een EPC van de Gemeenschappelijke Delen aanwezig is). Ook toegangen tot zolders zonder vaste trappen moeten voorbereid worden.
Uzelf dient aanwezig en beschikbaar te zijn gedurende het plaatsbezoek.
Appartement
Laat u een EPC opmaken van een appartement? Controleer dan of er al een EPC van de Gemeenschappelijke Delen (EPC GD) aanwezig is en of dit correct werd opgemaakt. De gegevens uit dit EPC GD worden namelijk overgenomen in het EPC van het appartement. Het is dus belangrijk dat alle informatie over de schildelen en collectieve installaties correct en volledig opgenomen zijn in het EPC GD. Merkt u een fout op in het EPC GD of beschikt u over extra bewijsstukken met informatie die nog niet opgenomen is? Laat dan eerst het EPC GD aanpassen.
Verloop van het plaatsbezoek
Aanstiplijst
Op de aanstiplijst wordt toegelicht wat het belang is van de bewijsstukken voor het resultaat van het EPC. Alle aanvaarde bewijsstukken worden in de lijst vermeld. Samen met de energiedeskundige wordt de aanstiplijst ingevuld op basis van de overgemaakte bewijsstukken. Door deze lijst te ondertekenen worden discussies later vermeden.
De energiedeskundige houdt de ingevulde en ondertekende aanstiplijst bij. Op het EPC verschijnt welke bewijsstukken uiteindelijk gebruikt werden bij de opmaak van het EPC.
Opmeting van het gebouw
De energiedeskundige zal een opmeting maken van het beschermde volume van de eenheid of het gebouw. Dit volume omvat alle ruimten die men wenst te beschermen tegen warmteverlies. Op basis van voorwaarden vastgelegd in het inspectieprotocol zal de energiedeskundige bepalen welke ruimten hier wel of niet in opgenomen worden.
Eens de grens van dit volume vastgelegd is, zal de energiedeskundige een opmeting maken van dit volume en van de schildelen (gevels, daken, ramen, deuren,…) die het begrenzen.
Samenstelling van de gebouwschil bepalen
Een belangrijke factor bij het bepalen van de energiescore is hoe goed een eenheid of gebouw geïsoleerd is. Op basis van visuele vaststellingen en bewijsstukken (indien deze beschikbaar zijn) zal de energiedeskundige de samenstelling van de verschillende schildelen bepalen.
De energiedeskundige gaat na of er isolatie aanwezig is in muren, daken, vloeren, plafonds, poorten en deuren. Is er isolatie aanwezig, dan bepaalt de energiedeskundige zoveel mogelijk eigenschappen van de isolatie, zoals het materiaal en de isolatiedikte.
Naast de isolatie is ook het schrijnwerk van belang voor de energieprestatie. Zowel de eigenschappen van de beglazing als van de profielen moet worden nagegaan.
Inspectie van de technische installaties
Naast de gebouwschil hebben ook de technische installaties (verwarming, warm water, ventilatie, koeling, zonnepanelen, zonneboiler,…) een grote invloed op de energiescore van de eenheid of het gebouw.
Daarom zal de energiedeskundige de eigenschappen noteren van alle installaties die gebonden zijn aan het gebouw. Losse, verplaatsbare toestellen en volledig open haarden worden dus niet in rekening gebracht. Vaste toestellen die niet (vaak) gebruikt worden, maar wel aanwezig zijn, worden wel in rekening gebracht. Het EPC staat immers los van het gedrag van de gebruiker en gaat over het gebouw en wat er in het gebouw (of de eenheid) aanwezig is.
Om de eigenschappen van de verwarmingsinstallatie buiten het stookseizoen na te gaan, kan de energiedeskundige vragen om deze in te schakelen.
Fotografisch dossier
De energiedeskundige is verplicht een projectdossier bijhouden gedurende 10 jaar te rekenen vanaf de datum van het ingediende certificaat. Naast een kopie van de bewijsstukken en een schets van het beschermde volume en zijn verschillende schildelen, bestaat dit dossier uit foto’s van de visuele vaststellingen.
De energiedeskundige zal tijdens zijn bezoek dus foto’s nemen van alle onderdelen van de eenheid of het gebouw.
Het fotografisch dossier dient enkel voor intern gebruik van de energiedeskundige en het VEKA en wordt vertrouwelijk behandeld.